dinsdag 26 september 2017

Naar Conflans-Sainte-Honorine

Dinsdag 19 september weer vertrokken uit Suresnes en de Seine verder afgevaren richting Conflans-Ste-Honorine, dè hoofdstad van de binnenvaart.
We passeren Gennevilliers, de haven van Parijs. Vergeleken met Antwerpen of Rotterdam een bescheiden gebeuren. We doen er twee uur over om de sluis van Bougival te passeren. De Seine maakt vanaf hartje Parijs een paar gigantische lussen dus hoewel we urenlang gevaren hebben zijn we hemelsbreed niet heel veel opgeschoten. Geleidelijk aan verandert het landschap van puur stedelijk naar meer platteland. Uiteindelijk leggen we halverwege de middag aan in Conflans.

Woensdag is een schitterende dag, we brengen Iris en Stingo naar de trein, we slenteren langs de kade, lunchen in een fijn restaurant waar ook Elly  en Nicolaas al een goed plekje vonden en we bezoeken het Musée de la Battelerie et des Voies Navigables. Het blijkt dat vroeger de schepen door de tunnel van Canal St. Martin gesleept werden, wij deden het een paar dagen geleden op eigen kracht. Het museum is goed verzorgd met een flink aantal prachtige schaalmodellen van schepen, bruggen en sluizen. Achter het museum is een mooi park.

Tussen de vele binnenvaartschepen, onder meer van gepensioneerde schippers, ligt ook een drijvende kerk in een oude spits.


Donderdag 21 september de Oise opgedraaid en doorgevaren naar Champagne-sur-Oise, een klein landelijk dorp waarvan de naam veel groter is dan het dorp zelf. Fijn om weer eens buiten te liggen.
Onderweg werden we in een sluis overvallen door een groep van zo'n 20 politieagenten die mijn Certificaat van Onderzoek nauwkeurig inspecteerden.
Een tegemoet varende Nederlandse schipper had ons per marifoon al gewaarschuwd dus we hadden de papieren klaar liggen en de (officieel verplichte) zwemvesten aangetrokken. Alles werd goed bevonden maar we moesten wel iedere 2 jaar de zwemvesten laten controleren en de bovenkant van de bolders wit verven...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten