dinsdag 26 september 2017

Oise

Vrijdag 22 september verder de Oise op naar Pont-Sainte-Maxence. Boven de sluis aangemeerd. Het blijkt een mooi oud stadje met een voormalige abdij: Abbaye Royal du Moncel. Helaas is er een soort van personeelsuitje met jeu de boule en allerlei andere spelletjes dus van een serene rust is geen sprake.
Toch mooi om de slaapzalen en de kelders te inspecteren en raar om te bedenken dat zich hier honderden jaren geleden vrouwen vrijwillig lieten opsluiten. Het is mooi weer en we genieten van een biertje op het terras en een telefoongesprek met Iris.

Zaterdag is al de 3e vaardag op rij. We gaan pas om half twaalf weg want er hangt een hardnekkige mist. Halverwege de middag komen we aan in
Compiègne waar we de olieboot treffen van Max Guerdin et fils en 500 liter witte diesel (gasoil blanc) tanken. Nu de tank van 1000 liter vol is komen we wel weer in Nederland... 's Avonds uit eten in een Libanees restaurant.

Zondag is een heerlijke dag, bakkersdochter Elly heeft zoals al een aantal dagen gebruikelijk, in alle vroegte alweer vers brood en croissants gehaald terwijl wij uitslapen. Het is zo warm dat we weer even lekker op het roefdak kunnen zitten met de parasol open tegen de felle zon. 's Middags wandelen we door de stad en door de tuinen van het Château de Compiègne, een paleis voor koningen en keizers. Wat een grandeur. Een laan van 4 kilometer die naadloos overgaat in het woud van Compiègne.

Met klimplanten overgroeide paden zodat de blanke teint van de vrouwen niet lelijk bruin zou verkleuren, dat was meer iets voor boeren en andere werkende mensen. We hebben ons niet vergaapt aan de keizerlijke interieurs want een mens kan ook te veel van het goede krijgen...

Wel weer even alles goed achter slot en grendel want Compiègne is niet alleen een mooie stad maar ook een grote stad waar ongetwijfeld weer leden van het dievengilde zullen wonen.
Volgende week nog een paar kilometers op de Oise en dan varen we verder op het Canal lateral à l'Oise. Dan moet ook de stuurhut weer naar beneden dus we hopen op mooi weer....

Naar Conflans-Sainte-Honorine

Dinsdag 19 september weer vertrokken uit Suresnes en de Seine verder afgevaren richting Conflans-Ste-Honorine, dè hoofdstad van de binnenvaart.
We passeren Gennevilliers, de haven van Parijs. Vergeleken met Antwerpen of Rotterdam een bescheiden gebeuren. We doen er twee uur over om de sluis van Bougival te passeren. De Seine maakt vanaf hartje Parijs een paar gigantische lussen dus hoewel we urenlang gevaren hebben zijn we hemelsbreed niet heel veel opgeschoten. Geleidelijk aan verandert het landschap van puur stedelijk naar meer platteland. Uiteindelijk leggen we halverwege de middag aan in Conflans.

Woensdag is een schitterende dag, we brengen Iris en Stingo naar de trein, we slenteren langs de kade, lunchen in een fijn restaurant waar ook Elly  en Nicolaas al een goed plekje vonden en we bezoeken het Musée de la Battelerie et des Voies Navigables. Het blijkt dat vroeger de schepen door de tunnel van Canal St. Martin gesleept werden, wij deden het een paar dagen geleden op eigen kracht. Het museum is goed verzorgd met een flink aantal prachtige schaalmodellen van schepen, bruggen en sluizen. Achter het museum is een mooi park.

Tussen de vele binnenvaartschepen, onder meer van gepensioneerde schippers, ligt ook een drijvende kerk in een oude spits.


Donderdag 21 september de Oise opgedraaid en doorgevaren naar Champagne-sur-Oise, een klein landelijk dorp waarvan de naam veel groter is dan het dorp zelf. Fijn om weer eens buiten te liggen.
Onderweg werden we in een sluis overvallen door een groep van zo'n 20 politieagenten die mijn Certificaat van Onderzoek nauwkeurig inspecteerden.
Een tegemoet varende Nederlandse schipper had ons per marifoon al gewaarschuwd dus we hadden de papieren klaar liggen en de (officieel verplichte) zwemvesten aangetrokken. Alles werd goed bevonden maar we moesten wel iedere 2 jaar de zwemvesten laten controleren en de bovenkant van de bolders wit verven...

maandag 18 september 2017

Paris, au revoir....


Vanochtend, maandag 18 september, weer vertrokken uit Parijs, na ruim 2 weken liggen aan de Quai de l'Oise. De oude Brons had er geen zin in, na al die tijd. Alle perslucht opgestart, nieuwe gemaakt met de hulpmotor en toen wat later dan gepland op weg. Weer terug door het Canal Saint Martin, om 11:30 uur de Seine opgedraaid. We zijn net op tijd voor het groene licht om tussen de twee eilanden door te mogen varen.

Iris en Stingo zijn aan boord, ze waren vrijdag eind van de middag aangekomen. Een paar uur eerder hadden we Jola en Martin uitgezwaaid die vanaf woensdag aan boord waren. Met hen zijn we woensdagavond naar een dichtstbijzijnde tangosalon geweest waar opmerkelijk veel jonge mensen opmerkelijk goed dansten.
Ook Elly en Nicolaas zijn vanaf gistermiddag aan boord. Op het Gare du Nord zie je de verscherpte beveiliging, net als bij ons aan de kade waar regelmatig een kudde zwaar bewapende jongemannen langzaam langs loopt.

Verder hebben we afgelopen week nog de grote moskee van Parijs bezocht en de Jardin des Plantes. En nog de overblijfselen van een Romeinse arena, aan de toenmalige toegangsweg naar Lutetia, de Rue Mouffetard.

Vrijdag havengeld betaald voor de fijne ligplaats ten kantore van Catherine Vandendegen en zondag de stroom afgerekend met de jongens van de Barboteur die zo vriendelijk waren om ons te laten profiteren van hun geweldige atoomstroom (ahum....).


Zaterdag nog wat rondgezworven in de Marais en het prachtige Place des Vosges bewonderd. Wat sterk doet denken aan het Place Ducale van Charleville-Mézières maar dan met bomen.

En vandaag dus weer en route. Richting noorden. Het is werkelijk spectaculair om onder al die oude beroemde bruggen door te varen en die prestigieuze bouwwerken vanaf het water voorbij te zien glijden. De Notre Dame die opdoemt vanonder een brug, de Eiffeltoren, het Musée d'Orsay, de kademuren met die karakteristieke bomen, al in herfsttinten....

Uiteindelijk 17 kilometer stroomafwaarts, voor de sluis van Suresnes, afgemeerd.
Morgen naar Conflans Saint Honorine.














maandag 11 september 2017

Parijs die grote stad...

We zijn in de grote stad!
Vrijdag 1 september bewonderen we het naburige Parc des Buttes-Chaumont. Een voormalige kalkgroeve en later stortplaats voor paardenkadavers maar sinds 1867 een openbaar park. Zaterdag vertrekken Marin en Dominique weer. Nog even om het Bassin de la Villette gewandeld waar tot en met zondag Paris Plage is.

Zondag op de fiets door de grote stad naar het Louvre. Dat museum is zo groot dat we alleen de Egyptische afdeling bezocht hebben en toen geluncht op het terras van La Palette in Saint-Germain-des-Prés.
Parijs wil in 2020 een wereld fietsstad zijn en heeft voor haar Plan Vélo  in 2015 150 miljoen uitgetrokken. Het aantal kilometers fietspad moet groeien van 700 km naar 1400 km. En het moet gezegd: de typische Parijse grijze huurfietsen zie je overal en auto's lijken rekening te houden met de fietser hoewel het passeren van de rotonde bij het Place de la Bastille nog wel doet denken aan een zelfmoordpoging...

Dat ze in Parijs van fietsen houden bleek ook diezelfde zondagavond laat toen we gerucht hoorden op het voordek en een paar gasten het kabelslot van de vouwfiets al losgewrikt hadden met behulp van de zadelpen van diezelfde vouwfiets. Ze mompelden nog "pardon monsieur" voordat ze zich uit de voeten maakten. Nu is het stuurhuis voorlopig fietsenstalling..

Maandag 4 september bij een Chinese tandarts in de buurt mijn brug weer vast laten plakken die er vrijdag uitgefloept was. Toen we die maandagnacht om 5 uur merkten dat er een paar dronkelappen aan boord gestapt waren die begonnen om alles wat los lag in het water te gooien hebben we toch maar besloten om van ons schip een kasteel te maken met uithouders en een hefbrug. En al het losse spul achter slot en grendel te doen. Sindsdien blijft het rustig.

Er gebeurt sowieso van alles bij ons schip. Overdag is de kade een prima plek om te joggen, te wandelen, te vissen of te relaxen. Ook maakten we nog een fotoshoot mee boven ons schip. En er komen voortdurend elektrische huurbootjes voorbij en af en toe een "stofzuigerschip". Maar op zich is het hier toch relatief rustig.

Woensdag 6 september even naar Montmartre gefietst, bekend van de Sacré Coeur en het Place du Tertre waar bleek dat de portrettekenaars langzaam verdrongen worden door de uitbreidende terrassen..

Donderdag naar de naburige markt geweest waar dicht opeengepakt honderden marktventers tegen elkaar opbieden. En rondgelopen op het vrij nieuwe stadspark Parc de la Villette dat op een steenworp afstand van ons schip ligt op de plek waar vroeger de abattoirs waren en de grote veehallen. Nu is er een wetenschapsmuseum, hypermoderne concertzaal, conservatorium en dergelijke.

Vrijdag met de metro naar het Museé de l'Orangerie waar een paar zalen gewijd zijn aan een nogal omvangrijke installatie van Monet: de waterlelies. Wie dacht dat het een paar handzame schilderijtjes betreft heeft het mis: het zijn 2 zalen, bekleed met de impressies van Monet's eigen tuin.

Zondag 10 september was de laatste dag dat je nog in het Bassin de la Villette kon zwemmen; dat hebben we dus maar gedaan.

En daarna tango dansen aan de Seine....

zaterdag 2 september 2017

Canal Saint-Martin

Donderdag, de laatste dag van augustus, staan we extra vroeg op. Catherine van de Mairie de Paris, Direction de la Voirie et des Déplacements, Service des Canaux, Mission Prospection, Valorisation et Partenariats, heeft een plekje voor ons geregeld en raadt ons aan om voor 9 uur bij de ingang van het Bassin de l' Arsenal te zijn.
En dat zijn we: om 7 uur op, om half acht weg, sluis door, Seine op.
De man van de Capitainerie vraagt of we toestemming hebben, ik noem Catherine, hij belt en we kunnen door. Voorzichtig tussen alle jachten door manoeuvreren en dan duiken we de tunnel in die in het begin heel smal is en later wat breder wordt. Zo'n 2 kilometer door de ingewanden van Parijs, onder Place de la Bastille door en uiteindelijk zien we weer licht bij de Ecluse du Temple. Daar moet eerst nog een ander schip uit zodat we wat toeren moeten uithalen aan het eind van de tunnel om te zorgen dat we niet alsnog de stuurhut eraf varen.
En dan dat sfeervolle Canal Saint-Martin, bekend uit onder meer de film over Amélie Poulain. We passeren 4 dubbele sluizen met aan beide kanten grote bomen en steeds weer die prachtige gietijzeren voetgangersbruggen waar mensen staan te kijken naar die fraaie péniche uit Holland...
De sluizen zijn steeds 2 na elkaar: je vaart van de eerste sluis zo de tweede in, dus zo'n 3 ½ uur veel touwwerk voor Katheline en veel manoeuvreren voor de schipper. En genieten voor Dominique en Marin, grote Parijs fans.
Bij het Place de la Bataille de Stalingrad komen we in het Bassin de la Villette waar nog tot en met het weekeinde Paris Plage is, het stadsstrand van Parijs.
Onder de hefbrug door in de Rue de la Crimée en nog een klein eindje doorvaren en dan meren we voor 2 weken af aan de Quai de l'Oise, voor de Barboteur en aan de kade les Bancs Publics wat wel onze stamkroeg zal worden...

Op naar Parijs

Op vrijdag 25 augustus zijn we weer op weg gegaan. We zijn heel blij dat de stuurhut er op kan blijven staan want het regent en onweert en giet een flink deel van de dag. Halverwege de middag arriveren we in Meaux. Tegenover de Cercle Nautique kunnen we gerieflijk afmeren aan een graskade met het vooronder in de schaduw van een grote boom. Eind van de middag komen Marin en Dominique aan boord.
Het hele weekeinde in Meaux gebleven, naar de markt, de kathedraal St Etienne bekeken met bisschoppelijk paleis en de mooie Bossuet tuin. Iedere dag zwemmen in de Marne.
Zondag vertrekt Olga weer en maandag gaan we door de sluis en varen verder op het Canal de Chalifert. Gebeld met de sluismeesters die voor en achter de Tunnel de Chalifert zitten: is de tunnel hoog genoeg om er met ons stuurhuis doorheen te varen? Men is zo vriendelijk om het pand nog een beetje te verlagen en dan varen we er met gemak doorheen: weer een barrière genomen. En dan zijn we weer op de Marne. We leggen aan in Lagny-sur-Marne, tegenover de jachten steiger, aan de kant van het station. Daar staan 4 grote meerpalen, anderhalve meter uit de kant. Een mooie plek, veel knobbelzwanen en aan de overkant het oude badhuis.
Maar we naderen de grote stad want de volgende ochtend blijken de elektrische fiets van Katheline en mijn heren Gazelle fiets gestolen. De oude racefiets en het opvouwfietsje waren niet interessant genoeg. Balen. Naar politiebureau en op 20e eeuwse wijze aangifte gedaan: wachten, smalle trappen op, klein kamertje met 2 bureaus en 2 dienders, op oude computers. Naast mij een vrouw die aangifte lijkt te doen van huiselijk geweld (privacy ho maar...). 's Middags gaan Katheline en Marin toch maar even Parijs in met trein en metro.
Woensdag 30 augustus vertrokken richting het Canal de Chelles waar een aantal bruggen volgens onze, naar later blijkt verouderde, kaart te laag zijn. Weer gebeld met vaarwegbeheerders: ze zijn toch allemaal hoog genoeg, de stuurhut mag blijven. Bij Neuilly-sur-Marne komen we weer op de rivier.
Na Joinville-le-Pont krijgen we nog de Tunnel de Saint-Maur en dan, na nog 2 kilometer, meren we af bij de laatste sluis in de Marne: Ecluse de St-Maurice. Grappig hoe de eeuwenoude infrastructuur van de VNF met sluishuisjes en meters dikke platanen en de moderne snelwegen en TGV-lijnen elkaar tot op enkele meters naderen maar toch heel gescheiden werelden representeren.
Als we stroom willen draaien blijkt de startaccu van de hulpmotor dood: op het racefietsje door de stadsjungle van Parijs om een nieuwe te kopen.
Morgen de Seine op!