zondag 25 juni 2017

De Maas staat droog

Het idee was om de Maas helemaal op te varen en vervolgens via Toul het Vogezenkanaal (Canal des Vosges) op om op de Petit Saône te komen en vervolgens de Saône. En dan via Canal du Centre en Canal Lateral à la Loire weer naar boven via Parijs. Maar ja. Die droogte hè. Gister lazen we op de site van de VNF dat nu, nadat de laatste 5 sluizen al eerder gestremd waren, nu alle sluizen vanaf Belleray (sluis 18) voor alle scheepvaartverkeer gesloten zijn.
Belleray is de eerstvolgende sluis na Verdun.
Dus we zijn vrijdag 24 juni vanuit Verdun weer op onze schreden teruggekeerd en via Velosnes (mooi dorpje aan de Maas) naar Stenay gevaren, een stadje met 3000 inwoners dat al dateert uit de Romeinse tijd en een mooi vroeg-middeleeuws centrum heeft.  Lorraine (Lotharingen) heet dit gebied. Het landschap is prachtig: weides met koeien, de Maas waar we afwisselend op varen of naast varen door het laterale kanaal, glooiende graanvelden, bossen, bomen. Onderweg veel bekijks. In Dun-sur-Meuse, waar we eerder een paar dagen  gelegen hadden, opnieuw diesel getankt (300 liter).
We liggen momenteel aan de oude loswal van de vieille forge, een oude fabriek. Mooi uitzicht uit de patrijspoort van de keuken: op 10 meter afstand van de barrage, de waterval, waarvan Katheline denkt dat we daar 's morgens met schip en al in afgegleden zijn. Maar dat is gelukkig afgelopen nacht niet gebeurd en we tarten ook deze nacht het noodlot. Aan de overkant is ook een oude waterkrachtcentrale van 700 kW.
Zondagmiddag het Europese Biermuseum bekeken in een oude brouwerij die gehuisvest was in een nog ouder gebouw dat deel uitmaakte van de citadel van Stenay.



woensdag 21 juni 2017

L'enfer de Verdun

De hel van Verdun en de esthetisering van de gruwel. 
Honderd jaar geleden werd hier op maar een paar vierkante kilometer zoveel bloed vergoten dat het gebied wel het rode vierkant genoemd wordt. Het was de bloedigste veldslag van wat de Fransen la Grande Guerre noemen. Op 21 februari om 7:30 uur begonnen de Duitse beschietingen en met een korte pauze ging dat de hele dag door.
Het idee was dat de Fransen Verdun nooit op zouden geven en dat er dus voortdurend verse troepen aangevoerd zouden worden. Op die manier wilde Erich van Falkenhayn een opening forceren en het Franse leger letterlijk laten doodbloeden. Pas op 19 december was de slag om Verdun voorbij, na circa 60 miljoen afgevuurde (gas)granaten wat neerkomt op 150 granaten per vierkante meter. In totaal vielen er zo'n 700.000 slachtoffers, waarvan 260.000 dood of vermist.  Er vallen nog ieder jaar slachtoffers want de bossen liggen nog bezaaid met niet ontplofte projectielen.

Het is dan ook geen wonder dat het hele gebied rond Verdun vergeven is van de monumenten, gedenktekens, grafvelden en musea. 'Opdat we niet vergeten'. Er is van juni tot eind juli zelfs een klank- en lichtspel waar alles nog eens uitgebeeld wordt. Het souterrain van de Citadel van Verdun waar ooit 10.000 man werkte, kan via treintjes bezocht worden. Wij sloegen dat maar over want buiten was het 33 graden en binnen 7; een longontsteking wilden we niet riskeren.
Maar we zijn wel dwars door de bossen gefietst van Bras-sur-Meuse naar Verdun, de ruïne die we zagen was geen oude Maya tempel maar Poste de Commandement 119, Froideterre-Thiaumont 3.

Na de Eerste Wereldoorlog dachten de Fransen terug aan de Slag om Verdun met een mengeling van trots en afschuw. Beide gevoelens kwamen tot uitdrukking in het monument annex mausoleum dat in 1932 verrees.Vóór het gebouw bevindt zich de grootste militaire begraafplaats van Frankrijk met 16.000 graven met kruis en naambordje. In het gedenkteken liggen 130.000 anonieme doden. Een must voor schoolreisjes.

In het centrum van Verdun staat La Défense, een beeld van Rodin uit 1878. Niemand wilde het hebben maar op zijn sterfbed in 1917 kocht een Nederlands comité het beeld en schonk het aan de stad Verdun.



maandag 19 juni 2017

Verdun

Vrijdag 16 juni weer vertrokken uit Dun-sur-Meuse. Hier en daar is het Canal de la Meuse verrassend smal, een tegenligger passeren vereist wat stuurmanskunst (en anticiperen). Ook de bruggen zijn lager. Het weer en het landschap zijn prachtig en we tuffen er stapvoets doorheen want als je harder dan 6 km/h gaat zuigt al snel het achterschip zich vast aan de ene of de andere oever.
We doen het traject naar Verdun in 2 dagen en overnachten net boven de sluis in Consenvoye. Geen winkels maar wel een kapper waar Katheline zich laat kortwieken en een heuse baguette bakautomaat bij het tankstation: je gooit er 1 euro in en er komt een baguette uit, versgebakken!
Zaterdag door naar Verdun,
de streek waar in de Eerste Wereldoorlog in 9 maanden tijd 800.000 jonge mannen elkaar afgeslacht hebben. De eerste tekenen zien we onderweg.
Net voor Verdun aangelegd aan een mooie steiger bij een stel prachtige grote platanen in Belleville-sur-Meuse, anderhalve kilometer van het centrum van Verdun. De Cinclus ligt ook aan de steiger.
Zondag lekkere broodjes bij de bakker: een heerlijk Frans ontbijt.
Een eindje verderop gaan de kerkgangers naar de eredienst en blijkt dat je in Frankrijk nog gewoon tegen een boom kan plassen...

De meisjes van de sluis

Over stoere vrouwen gesproken: de sluizen na Dun-sur-Meuse zijn niet meer geautomatiseerd. Ze worden met spierkracht bediend. En bij veel sluizen op dit traject is dat vrouwelijke spierkracht. Soms mag je helpen maar vaak wordt dat van de hand gewezen: ze doen het liever zelf.
Ook de bruggen zijn een stukje lager; op de voorgaande trajecten twijfelden we soms of het stuurhuis wel naar beneden geklapt moest worden want onze 4.00 m. leek er net onder door te kunnen.
Maar nu geen twijfel meer: de meeste bruggen zijn lager dan 4 m. maar wel duidelijk hoger dan 3.50 m. Dat zou te maken kunnen hebben met de lage waterstanden want op diverse panden is er sprake van onvoldoende water. Twee weken geleden hoorden we dat de laatste 5 sluizen van ons Maastraject (van Euville tot Troussey) gestremd waren en dat overigens de maximale diepgang teruggebracht was van 1.80 m. naar 1.60 m.
Een paar dagen later werd dat vaarverbod opgeheven maar sinds zaterdag 17 juni is het wederom van kracht en de weerberichten voorspellen nog geen water. Dat betekent dat ons gedachte traject: de Maas helemaal op en dan via het Vogezenkanaal naar de Saône, niet meer mogelijk is.

donderdag 15 juni 2017

Naar Dun-sur-Meuse


Op maandag 12 juni zijn we vroeg vertrokken uit Lumes, reisdoel is Sedan. Aangelegd aan een oude muur tegenover de Port de Plaisance met de touwen aan grote steenblokken. Gigantisch Chateau Forte bezichtigd.
De volgende dag door een prachtig breed Maasdal verder gevaren. Uiteindelijk net boven de sluis van Alma aangelegd bij een compleet ingerichte picknick plaats, inclusief barbecue. hangmat opgehangen.
De volgende ochtend bleek het waterpeil in het pand zo'n 20 cm lager te zijn: we zaten hartstikke vast en scheef. Dankzij wat wrikken met de kopschroef toch losgekomen.
Woensdag 14 juni verder gevaren naar uiteindelijk Dun-sur-Meuse, een onverwacht leuk plaatsje met een oude kerk bovenop de heuvel die we bij wijze van avondwandeling zojuist beklommen hebben.
Vanmiddag nog even naar twee naburige dorpjes gefietst met een prachtige kerk.
Vandaag hebben we niet gevaren omdat er onweer aangekondigd was en dat kwam er ook!
Het zeildak van het stuurhuis hield het niet droog dus we hebben nog wat extra haken en elastieken en touw aangebracht om een en ander storm proof te maken.
Morgen starten we de motor weer, richting Verdun.

zondag 11 juni 2017

Een zondag in Lumes

Op zaterdag 10 juni vroeg opgestaan, ontbijt, stuurhuis naar beneden, motor gestart en weg uit Laifour. Het reisdoel is Charleville-Mézières. Langzaam aan verlaten we het bergachtige gedeelte van de Franse Ardennen en komen in meer vlak terrein. We zien weer grasland en koeien. Het is een heerlijke vaardag.

In de rivier worden veel oude stuwen ingrijpend gerenoveerd.

Als we vlakbij Charleville-Mézières zijn zien we op de AIS dat de
Cinclus die we al eerder tegenkwamen, in de stad afgemeerd ligt. We proberen te bellen om er achter te komen of er nog plek is maar krijgen geen contact. Daarop besluiten we door te varen naar Lumes waar Jenny en Bob van de Naik zo vriendelijk zijn om een beetje op te schuiven zodat we er nog bij kunnen.


Zondag beloofd een warme dag te worden. We blijven liggen, wasje gedraaid, vers brood bij de plaatselijke bakker: een lazy sunday afternoon.
Wel gaat Henk nog even op de fiets naar Charleville-Mézières om onder meer het volgens zeggen bijna mooiste plein van Frankrijk te bekijken: de Place Ducale.
Prachtige 17e eeuwse statige panden met arcaden die een groot rechthoekig plein omzomen. Jammer genoeg staat er nu een grote tent waarin twee oude rockers Beatle nummers reproduceren en allerlei kramen waarin je opgeroepen wordt om bloed te geven of borstvoeding.
En we komen ineens Vincent tegen in een van die mooie etalages onder de arcaden.

Ecluse automatique?

Dacht ik dat het leven in een sabbatical vooral gemakkelijk zou gaan? Dat ik mezelf met “de stroom” mee zou laten gaan en dat ik zou leren wat dat is, zonder inspanning toelaten wat gebeurt? Zonder werk zou me dat lukken. Maar nee hoor we gaan niet stroomafwaarts, haal dat maar uit je hoofd.  We varen nu al weken stroomopwaarts op de Maas/la Meuse.  Bij de sluizen worden we dan ook steevast omhoog geschut, zoals dat heet als je tegen de stroom opvaart.  Soms wordt je  1.70 m en  soms 3.50 m omhoog gebracht. Als we vijf sluizen op één dag doen zijn we zo’n 13 meter gestegen.  Om de drie tot vijf kilometer hebben we een sluis en we ervaren het als even bijkomen als de volgende sluis pas na 8 kilometer komt.
Sinds enige weken hebben we alleen nog maar automatische sluizen. Er is op zo’n sluis terrein dus geen kip te zien. Niemand die vanuit een sluishuisje meekijkt of alles wel goed gaat. Of die een helpende hand komt bieden. Of het water langzamer kan laten stijgen of dalen in de kolk.  Wellicht worden we via de camera’s bekeken. Het zijn hele oude krakkemikkige sluizen. Toch werken ze met elektronische ogen zeggen ze, waar die zijn zie je niet en wat ze waarnemen, wij weten het niet precies.  Hopelijk signaleren ze dat je de sluis helemaal bent ingevaren en dat je de sluis weer helemaal bent uitgevaren?
Wat zo grappig is, jij kunt zelf, met een heuse afstandsbediening dit soort sluizen in werking zetten.  Bij de laatste bediende sluis in Givet kregen we een afstandsbediening overhandigd met uitleg op papier.  Het begint zo: 300 honderd meter voor de sluis moet je binnen 20 meter van een bord dat op de wal staat met “ HERE HIER ICI “ op de afstandsbediening drukken. We moeten best dicht langs de wal varen om de sluis te activeren. Als er dan een lichtje gaat knipperen op het ICI bord gaat de sluis in werking.  Je vaart naar de sluis en ziet aan de groene, rode lichten waar in het proces van voorbereiding de sluis is om je schip te gaan schutten.

De éérste automatische sluis die wij namen (Mouyon) zagen we dat hij goed startte. Eén groen en één rood licht. Even later hoorde we harde hoge en lage tonen en we dachten dat we zagen dat de achterste deur niet echt sloot. We zijn terug gevaren en hebben weer de sluis geactiveerd. We zagen een auto van de VNF ( soort ANWB voor de sluizen) aankomen rijden.  De man van de VNF ging aan het werk op de sluis waarna de sluis open ging. De man reed weer weg en we zwaaiden. Eenmaal in de sluis kun je altijd rustig aanleggen, want het schutten gaat pas starten nadat jijzelf een blauwe stang omhoog getild hebt. 
Dan sluiten de deuren achter het schip en begint de sluis van voren vol te lopen. In het begin rustig en dan ineens in 10 tellen wel een hele meter. Zelfs ons schip dat niet veel ruimte heeft aan bakboord en stuurboord ligt soms te dansen op het onrustige water. Het was gelukt: we waren naar boven gebracht en we horen een geluidsignaal, de deuren voor gaan open. Ik sta voorop en zie dat de deur 10 cm opent en daarbij enorme hoge en lage harde tonen produceert. Een prachtig klankorgel hoor. Maar mijn focus was relaxed weer uit de sluis komen. De deur blijft steken, sluit weer en direct start het proces ”dat de kolk weer wordt leeg gespuit”. Hyper alert reageert Henk door achter het touw weer vast te maken. Henk belt de sluiswachters van Givet die ons veilig door de tunnel van Ham hadden geloodst. Hij hoort dat hij op het sluishuisje een telefoonnummer kan vinden om de hulp van de VNF in te roepen. Gelukkig gingen we niet steeds omhoog en naar beneden tot de hulptroepen kwamen.  
Na ruim een kwartier wachten en weer omhoog schutten ging de deur met veel prachtige, diepe kraak en tonen open. Voor mij klonk dit als helende boventonen, bevrijdend. Onze eerste ervaring met automatische sluizen was een vuurdoop. Het deed me ook denken aan mijn eerste ervaring met een computer 25 jaar geleden uit het C-prompt tijdperk. Ik voel me soms overgeleverd aan voor mij nieuwe technische ontwikkelingen en weet niet of ik zelf heb bijgedragen aan of iets mis gaat. Nu gaan de sluizen heel soepel en zijn we meestal in 20 minuten omhoog geschut en alweer voorbij de sluis.